“Er is geen grotere kracht dan een man die zijn eigen wonden aankijkt en weigert ze door te geven.”
Er zijn wonden die niet bloeden, maar wel kloppen. Die zich niet aan ons tonen in zichtbare littekens, maar die voelbaar zijn in de echo’s van ons dagelijks leven — in onze relaties, ons zelfbeeld, onze diepste verlangens.
De vaderwond is zo’n wond.
Ode aan vaders
Voor de mannen die afwezig waren, maar niet uit onwil.
Voor de vaders die nooit geleerd hebben om te blijven.
Voor de zonen die opgroeiden zonder spiegel, zonder zachte ogen.
Deze woorden zijn voor jullie.
Niet als aanklacht, maar als uitnodiging.
Niet om te beschuldigen, maar om te herinneren dat het anders kan.
Want littekens dragen geen schuld — ze dragen verhalen.
Moge jij, vader, mens, man,
de moed vinden om je eigen wonden aan te kijken.
Niet om terug te gaan in de tijd,
maar om te stoppen met het onbedoeld doorgeven van wat je zelf nooit ontvangen hebt.
Deze blog is geen aanklacht, geen relaas van beschuldiging, het is een eerbetoon. Een eerbetoon aan een man die ik pas werkelijk begon te ontmoeten toen hij afscheid nam van het leven. Het is een reis door rouw, erkenning en innerlijke omvorming. Van zoon tot man. Van wachten op bevestiging, naar het belichamen van een innerlijke vaderkracht.
Ik nodig je uit om mee te reizen — niet alleen naar mijn verhaal, maar naar de resonantie in het jouwe. Want misschien leef jij ook met een echo. Misschien draagt jouw hart ook een gemis dat nooit helemaal is uitgesproken. En misschien is het tijd om te luisteren.
In deze blog neem ik je mee op een persoonlijke en symbolische reis rond het overlijden van mijn vader. Niet alleen de fysieke dood, maar vooral de innerlijke beweging die daardoor op gang kwam: het loslaten van een verlangen dat nooit vervuld kon worden, het herkennen van oude kinddelen, en het ontwaken van de innerlijke vader.
We verkennen:
- de systemische rollen binnen mijn gezin van herkomst,
- hoe de afwezigheid van mijn vader doorwerkte in mijn hechtingspatronen,
- de kracht van een truffelsessie als ritueel van innerlijke overgang,
- en het symbolische loslaten van de uiterlijke vaderfiguur om ruimte te maken voor de volwassen zelf.
Met behulp van reflectievragen, citaten van Guy Corneau en John Bradshaw, en een geleide meditatie, biedt deze blog niet alleen een persoonlijk verhaal, maar ook een uitnodiging tot innerlijk werk voor iedereen die met een vaderwond leeft.
📚 Inhoudsopgave
- Inleiding – Een stille golf
- Een ontmoeting voor het afscheid
- Over afscheid nemen – een persoonlijk woord
- De vaderwond en het systeem waarin ik groeide
- De Onzichtbare Dynamiek van het Gezin: Overlevingsrollen in Disfunctionele Systemen
- De oorsprong van zijn afwezigheid
- De echo in mijn liefdesleven
- Een truffelsessie als rite of passage
- Reflectievragen – Voor wie wil voelen en doorvoelen
- Littekens dragen geen schuld – Ze dragen verhalen
- Een nieuwe plek in het systeem
- Tot slot – Voor wie dit herkent
- 🌿 Geleide meditatie: Thuiskomen bij je innerlijke vader
- 1. Gronding en zachte aanwezigheid
- 2. Ontmoeting met het innerlijke kind
- 3. De innerlijke vader uitnodigen
- 4. Het loslaten van de uiterlijke vader
- 5. Integratie – Het volwassen zelf
- 6. Afronding en woorden voor jezelf - Vervolgstap – Schrijven ter integratie
De Vaderwond – tussen afwezigheid en erkenning
Mijn vader is overleden. En het raakte me dieper dan ik had verwacht. Niet alleen om het feit dat hij dood is, maar om hoe hij ging. Maandag deelde hij zijn besluit met een kleine kring van intimi: hij wilde niet verder. Niet langer vechten. Niet langer dragen. Hij koos — met helderheid en moed — voor rust.
Dinsdag werd de sedatie en morfinepomp aangesloten. En 27 uur later stierf hij thuis, in stilte. Een laatste grens, bewust overstoken.
Wat blijft, is geen chaos, geen onweer. Maar een trage trilling in mijn wezen. Een golf die van diep komt. Een oud veld dat zich opent.
En toch… ergens op dat kruispunt tussen gemis en groei, maakte ik een keuze. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor wat na mij komt — of liever gezegd: wat ik bewust níet wilde doorgeven.
De prijs van authenticiteit binnen het gezin – en het niet doorgeven als legaat
“The child is faced with a choice: the authenticity or the attachment. And for the sake of attachment, the child will always give up authenticity.”
– Gabor Maté
Wanneer een kind opgroeit in een gezin waar gevoelens niet welkom zijn, waar stilte dient als overleving, en aanpassing de norm is, dan wordt het een meester in het lezen van de onderstroom.
Als de enige veilige plek in een onveilige wereld de verbinding met je ouders is — zelfs als die verbinding voorwaardelijk of pijnlijk is — dan leer je al vroeg jezelf te verlaten. Je gevoelens te dempen. Je waarheid in te slikken. Je levendigheid in te ruilen voor goed gedrag.
Want: beter aangepast dan verlaten.
Later in het leven kan dit patroon zich uiten in burn-out, perfectionisme, emotionele terugtrekking of een diep gevoel van vervreemding — zelfs in ogenschijnlijk ‘goede’ relaties.
De stap terug naar authenticiteit is dan geen romantisch verlangen, maar een moedige daad. Een breuk met het bekende. Een innerlijke revolutie.
Het vraagt dat we onze innerlijke waarheid belangrijker gaan vinden dan de angst om afgewezen te worden. Dat we leren rouwen om wat we nooit echt mochten zijn. En dat we onze plek als ‘circle breaker’ innemen: degene die zegt het stopt hier.
Voor mij betekende dat ook een uiterst persoonlijke keuze: ik heb ervoor gekozen geen kinderen te krijgen.
Niet uit angst, maar uit integriteit. Niet uit tekort, maar juist uit de wens om niets van wat ik zelf heb meegedragen — het onuitgesprokene, het niet-gezegde, het niet-gevoelde — onbewust door te geven.
In mijn opleiding tot therapeut leerde ik, vanuit de contextuele hulpverlening, dat het niet doorgeven óók een legaat kan zijn. Die zin raakte me diep. Het gaf betekenis aan wat eerder alleen voelde als verlies.
De keuze om het anders te doen, vraagt offers die vaak onzichtbaar blijven. Maar het is een stille daad van liefde richting wat ooit was én richting wat nooit zal zijn.
En ja, soms betekent dat dat je de zonderbok bent. Degene die uit de rij stapt, de familiecodes verbreekt, vragen stelt die men liever ontwijkt.
Maar wie goed kijkt, ziet dat de zonderbok ook een grote gave meebrengt: het vermogen om te dragen wat collectief ontkend werd. Om dat wat generaties lang onuitgesproken bleef, aan het licht te brengen.
Dit zijn de rollen die vaak onbewust worden doorgegeven
De Onzichtbare Dynamiek van het Gezin: Overlevingsrollen in Disfunctionele Systemen
In een disfunctioneel gezinssysteem — waar gevoelens onderdrukt worden, verslaving of trauma’s onder de oppervlakte borrelen, of waar conflicten nooit echt uitgesproken worden — ontwikkelen kinderen vaak onbewust een rol.
Niet uit vrije wil, maar om te overleven.
Deze rollen helpen het systeem in balans te houden, maar vragen op termijn vaak een hoge prijs: die van de eigen authenticiteit.
Hoewel de benamingen soms kunnen verschillen, worden de volgende zes gezinsrollen vaak onderscheiden:
De Held (The Hero)
Het kind dat probeert de familie te redden door uit te blinken.
Ze zijn verantwoordelijk, perfectionistisch en nemen vaak de ouderlijke rol op zich.
Ze compenseren de chaos door orde te brengen — maar dragen een enorme angst om te falen.
Diep vanbinnen? Eenzaamheid. En het gevoel nooit goed genoeg te zijn.
De Zondebok (The Scapegoat)
Het kind dat “lastig” is. Opstandig, confronterend, soms destructief gedrag.
Maar wat als dit gedrag een manier is om de werkelijke pijn van het gezin zichtbaar te maken?
De zondebok kanaliseert het ongemak van het hele systeem.
Hun pijn vertelt een waarheid die niemand anders durft uit te spreken.
Het Verloren Kind (The Lost Child)
Stil, onzichtbaar, teruggetrokken.
Dit kind leert: “Als ik me stilhoud, blijf ik veilig.”
Ze vermijden conflicten, maar verliezen ook het contact met hun eigen behoeften en levendigheid.
Later in het leven missen ze vaak richting, verbinding of een gevoel van bestaansrecht.
De Mascotte (The Mascot)
De clown, de luchtige brenger van humor.
Ze maken grappen om de spanning te verlichten — en houden zo de pijn op afstand.
Maar onder de lach schuilt vaak verdriet of angst die nergens heen kan.
Ze dragen de zwaarte op hun eigen schouders, met een glimlach als masker.
De Zorgdrager (The Caretaker / Enabler)
Het kind dat zorgt. Voor de ouders, voor broers en zussen, voor de harmonie.
Ze nemen een ouderrol op zich en cijferen zichzelf weg.
Deze ‘parentificatie’ is een vorm van overleving.
Ze leren al jong dat hun bestaansrecht afhangt van het zorgen voor anderen.
Het Gouden Kind (The Golden Child)
Het kind dat wordt opgehemeld.
Ze krijgen lof, privileges, lijken “perfect”.
Maar deze rol legt een onmenselijke druk op hun schouders — want falen is geen optie.
Hun zelfbeeld is afhankelijk van externe bevestiging. Van goedkeuring boven echtheid.
Waarom dit ertoe doet
Deze rollen zijn niet je schuld, en vaak ook niet statisch.
Je kunt verschillende rollen vervuld hebben, of van rol gewisseld zijn.
Maar wél is het belangrijk om ze te gaan herkennen —
want daar begint de mogelijkheid tot verandering.
💬 Reflectievragen:
- Herken jij jezelf in een of meerdere van deze rollen?
- Wat heeft deze rol jou gebracht? En wat heeft het je gekost?
- Wie zou jij zijn als je deze rol niet meer hoefde te spelen?
De zondebok als circle breaker: drager van het onbesproken verdriet
De figuur van de zondebok is alomtegenwoordig in familiesystemen. Het is vaak die ene persoon in het systeem die alles op scherp zet — niet omdat hij of zij dat wil, maar omdat het systeem daar rijp voor is. En omdat iemand het moet doen.
In de contextuele therapie van Ivan Boszormenyi-Nagy wordt dit zichtbaar gemaakt via het concept van het morele legaat. We erven niet alleen genen of trauma’s, maar ook relationele rekeningen: onrecht dat rechtgezet wil worden. Als zondebok draag je vaak een destructieve loyaliteit — onzichtbaar, maar intens. Door die ketting te verbreken, keer je die loyaliteit om in iets helends. In liefde.
In de familieopstellingen van Bert Hellinger zien we hetzelfde fenomeen: het systeem ‘kiest’ iemand om de pijn van het geheel zichtbaar te maken. De zondebok vertegenwoordigt vaak buitengesloten familieleden, geheimen of onverwerkt verdriet. Niet zelden is dit de persoon die het meest voelt, het meest lijdt — en uiteindelijk ook het meest groeit.
Vanuit Jungiaanse psychologie en de werken van o.a. Clarissa Pinkola Estés, is de zondebok de drager van de schaduw. Het kind dat niet paste in het plaatje, wordt de volwassene die het licht brengt op dat wat verdrongen werd. Jung zou zeggen: datgene wat we niet bewust maken, keert terug als ons lot. De zondebok weigert dat lot door te geven, en wordt zo een pionier van bewustzijn.
Alice Miller, in Het drama van het begaafde kind, beschrijft hoe het gevoelige kind vaak de schuld draagt voor wat het systeem niet kan dragen. Haar werk biedt erkenning aan de innerlijke verwarring van het kind dat zich verantwoordelijk voelde voor de sfeer, de pijn of de stilte van het gezin. Ze pleit voor het teruggeven van die schuld, zodat het kind weer kan zijn wie het werkelijk is.
De gave van de zonderbok
Zonderbokken zijn vaak de eersten die in therapie gaan. Die de familiegeschiedenis uitpluizen, oude dagboeken lezen, systemische lijnen proberen te begrijpen. Zij kiezen ervoor om te voelen wat anderen niet konden voelen.
En ja, dat maakt hen soms eenzaam. Onbegrepen. Vreemd.
Maar het maakt hen ook tot bruggenbouwers. Tot genezers. Tot wijzen.
Niet door alles te fixen, maar door trouw te blijven aan hun innerlijke waarheid.
De zondebok is geen rebel, maar een boodschapper. Geen probleem, maar een symptoom van liefde die niet langer verdraaid wil worden.
💬 Reflectievragen
- Herken jij dat je in je jeugd een deel van jezelf hebt moeten inleveren om erbij te horen?
- Welke prijs heb jij misschien betaald voor liefde of loyaliteit?
- Wat betekent het voor jou om bewust niet door te geven — aan kinderen, aan geliefden, aan het systeem waarin je leeft?
- Welke rol heb jij vervuld in jouw gezin van herkomst: de aanpasser, de helper, de stille, de rebel of misschien wel de zonderbok?
- Wat zou het betekenen om deze rol te eren — niet als last, maar als gave?
Een stille ontmoeting voor het afscheid
Er was iets… iets wat me stil maakt als ik eraan denk. Die dag, na dat ik in de vroege ochtend nog bij hem ben geweest, ging ik, vreemd genoeg, toch werken. Het kon nog dagen duren voordat hij zou sterven. Maar ik voelde ook dat ik eerder terug moest. Dat heb ik gelukkig kunnen regelen. En toen ik bij hem kwam, stierf hij — binnen vijftien minuten. Alsof hij op me had gewacht. Alsof er iets in hem wist: nu ben je hier. Dat raakt me diep. Niet als bewijs van iets, maar als echo van een liefde die misschien nooit goed tot uitdrukking kwam — en toch aanwezig bleek in dat ene, stille moment.
Over afscheid nemen – een persoonlijk woord
Bij de uitvaart van mijn vader heb ik het volgende gedeeld:
**“Ik zie je nog thuiskomen in Stein, achterom, terwijl we je al zagen lopen. Mario, Jennifer en ik vlogen je om de nek— niet alleen omdat je vader was, maar omdat dat moment iets magisch had. Een houvast. Een her-innering. Ik was nog geen zeven, maar ik herinner het me alsof het gisteren was.
En ik weet nu: ik heb niet alleen afscheid genomen van mijn vader, maar ook van het verlangen dat hij alsnog zou worden wie ik toen nodig had.
Pa, je hoeft geen andere vader meer te worden en ik geen andere zoon. Ik hoef je niet meer te maken tot wie je niet was. Ik eer wie je wél was. En ik neem mee wat ik nu zelf mag dragen. Niet als last, maar als erfenis van inzicht.”**
De vaderwond en het systeem waarin ik groeide
Mijn vader en ik… het was nooit vanzelfsprekend. Als kind stond ik vaak tussen de lijnen in — tussen nabijheid en afstand, tussen hoop en ontgoocheling.
In ons familiesysteem droeg ieder zijn rol:
- Mijn broer was de oogappel van moeder, dichtbij de stam, stevig geworteld in haar nabijheid.
- Mijn zusje was het licht waar zijn liefde als vanzelf naartoe leek te stromen.
- En ik — ik werd de zondebok. De waarheidszegger. De rebel. Degene die het conflict droeg, die de onuitgesproken spanningen belichaamde, die riep zonder gehoord te worden.
Er waren delen in mij die zich wapenden:
- Een strijder die vocht om bestaansrecht
- Een kind dat nog steeds verlangde naar erkenning
- En een innerlijke criticus die de afwijzing in mij bleef herhalen
Die rollen zijn niet ‘verleden tijd’. Ze leven voort in patronen, in relaties, in hoe ik liefde benader. Maar met zijn dood verandert er iets. Iets wezenlijks.
Wat me raakt, is niet wat we deelden — maar alles wat nooit gedeeld kon worden. Ik rouw niet alleen om het verlies, maar ook om alles wat nooit heeft kunnen bestaan.
En toch is er iets verschoven. Zijn bewuste keuze om te gaan — zijn heldere ja tegen het einde — heeft een onverwachte poort in mij geopend. Een poort naar compassie. Naar zachtheid. Naar begrip, zonder vergoelijking.
De oorsprong van zijn afwezigheid
Mijn vader verloor zijn eigen vader toen hij zestien was. Ze werkten samen op de bouw toen zijn vader daar in elkaar zakte en overleed. Zo plots, zo rauw — en voor een jongen die nog gevormd moest worden, zo bepalend.
Wat nooit verwerkt werd, werd bevroren. Wat niet gehuild werd, werd doorgegeven. En zo werd ik zoon van een man met een bevroren verdriet.
De echo van zijn afwezigheid in mijn liefdesleven
De afwezigheid van vader echoot diep in mijn hechtingspatronen. Ik zie het nu glashelder: hoe ik me vastklampte aan mensen die emotioneel niet beschikbaar waren. Hoe ik dacht dat ik liefde moest verdienen, bewijzen, bevechten. Hoe mijn relaties werden tot verlengstukken van een kind dat zijn vader bleef zoeken.
Maar met zijn dood komt er iets los. Een onzichtbare draad is doorgesneden — niet met wrok, maar met erkenning. De delen in mij die bleven wachten, mogen nu iets anders ervaren: rust, afronding, misschien zelfs vergeving. En het besef dat hij geen schuld droeg aan zijn eigen vaderwond. Hij was — en bleef — een Onschuldige.
Een truffelsessie als ritueel van overgang
Een truffelsessie eerder dit jaar werd voor mij een symbolisch rite of passage. Niet als ontsnapping, maar als heilige ruimte. Daar, in die verstilde binnenwereld, ontmoette ik niet mijn vader, maar de afdruk van zijn afwezigheid.
En toch: het werd een ontmoeting. Met mijn eigen kracht. Met het besef dat ik het vaderschap — veiligheid, bevestiging, houvast — niet langer buiten mezelf hoef te zoeken.
In die staat van bewustzijn viel het masker van het verhaal af. En wat overbleef, was een zachte waarheid:
Je hoeft niet meer te wachten. Je bent er al.
💬 Reflectievragen – voor wie wil voelen en doorvoelen
- Welke rol droeg jij in je gezin van herkomst? Was die rol vrijwillig, of ontstaan uit noodzaak?
- Hoe herhaalt zich die rol nu in je relaties, werk of ouderschap?
- Wat is jouw oudste herinnering aan jouw vader? Wat voelde je daar echt bij?
- Wat heb je gemist? En wat ben je daardoor sterker gaan dragen dan goed voor je was?
- Wat zou jij vandaag tegen je vader willen zeggen, als hij kon luisteren met zijn hart?
- En wie kun jij voor jezelf zijn, nu je weet wat hij niet kon zijn?
- Welke kwaliteiten miste je in je vader, die je nu zelf leert ontwikkelen? Hoe geef jij die kwaliteiten vandaag door — aan anderen, of aan jezelf?
Littekens dragen geen schuld – ze dragen verhalen
Guy Corneau beschrijft in zijn boek Afwezige vaders, verloren zonen hoe afwezigheid niet altijd fysiek is. Een vader kan dagelijks aan tafel zitten, en toch emotioneel onbereikbaar zijn. En hoe dat in zonen een diepe verscheurdheid achterlaat: tussen hunkering en verharding.
John Bradshaw noemt in Wanneer koesteren hoop betekent dat innerlijk werk de sleutel is tot heling van intergenerationeel trauma. Niet door anderen te veranderen, maar door je eigen plek terug te nemen. En dat betekent: afscheid nemen van de illusie dat het ooit nog komt van buitenaf.
Een nieuwe plek in het systeem
Zijn overlijden markeert een einde. Maar ook een herordening. Ik voel het bijna fysiek: de rollen beginnen te schuiven. Ik hoef de zondebok niet meer te zijn. Ik hoef het systeem niet langer te dragen.
Misschien mag ik nu, als middelste kind, eindelijk mijn eigen plek innemen. Niet tussen broer en zus, niet tussen loyaliteiten en tekorten — maar in mijn eigen midden. Mijn eigen centrum.
Tussen een appelboom en een roos groeide ik krom, reikend naar een zon die me niet zag. Nu die zon is ondergegaan, ontdek ik dat het licht altijd al in mij brandde. En vanuit dat licht kan ik wortelen. Groeien. Bloemen dragen — voor niemand anders dan mijzelf.
Tot slot – voor wie dit herkent
Als jij ook een vaderwond draagt… Als jij ook rouwt om een afwezige aanwezigheid… Weet dan: jouw pijn is echt. Ook als hij onzichtbaar was.
Misschien ben jij ook toe aan een rite of passage. Misschien roept een deel van jou al langer om bevrijding van oude loyaliteiten. Durf te luisteren. Niet met oordeel, maar met tederheid.
Je hoeft niet meer te strijden voor liefde. Je mag worden wie je al die tijd bent geweest. En soms… begint dat pas als de ander vertrekt.
Henri Nouwen:
“When we honestly ask ourselves which persons in our lives mean the most to us, we often find that it is those who, instead of giving advice, solutions, or cures, have chosen rather to share our pain and touch our wounds with a warm and tender hand.”
Geleide Meditatie: Thuiskomen bij je Innerlijke Vader
“Je hoeft niet meer te wachten. Je bent er al.”
Als je merkt dat je geraakt bent door wat je hebt gelezen, wil ik je uitnodigen om de volgende meditatie niet enkel te lezen, maar ook te ervaren. Leg je handen op je hart, adem… en laat deze woorden een bedding worden waarin jouw eigen helingsproces zacht mag landen.
🕯 Voorbereiding
Zoek een plek waar je ongestoord kunt zijn. Ga zitten of liggen in een houding waarin je je veilig en gedragen voelt. Misschien wil je een hand op je hart leggen. Of beide voeten stevig op de grond. Adem diep in… en zachtjes uit…
Laat de dag los. Laat de stemmen van buiten langzaam wegsterven.
Je hoeft nu niets te doen. Alleen maar te zijn.
1. Gronding en zachte aanwezigheid
Breng je aandacht naar je ademhaling. Voel hoe je buik zich zachtjes uitzet bij elke inademing… en ontspant bij elke uitademing.
Stel je voor dat je bij elke uitademing een beetje dieper in je eigen lichaam zakt.
Alsof je wortels maakt, diep de aarde in.
Je hoeft niets op te lossen. Alleen maar aanwezig te zijn, met vriendelijkheid.
2. Ontmoeting met het innerlijke kind
Stel je nu voor dat je afdaalt naar een innerlijke plek. Een herinneringslandschap. Misschien verschijnt er een beeld, misschien alleen een gevoel.
Daar zie je een kind. Het is een deel van jou. Een jonger zelf, misschien zes, of zeven jaar oud.
Kijk even van een afstandje naar dit kind. Wat zie je?
Misschien draagt het kind iets van verdriet, gemis, of verwarring.
Misschien wacht het nog steeds op iemand… op bevestiging… op veiligheid.
Loop dan zachtjes naar hem of haar toe, alsof je naderbij komt met het tempo dat het kind aankan.
Kniel neer.
Laat weten dat je er bent.
Je hoeft niets te zeggen. Je aanwezigheid is genoeg.
Wat heeft dit kind op dit moment nodig?
3. De innerlijke vader uitnodigen
En nu… stel je voor dat er van binnen een andere figuur verschijnt.
Een warm, volwassen, stevig deel van jou.
De innerlijke vader.
Hij hoeft niet perfect te zijn. Hij is aanwezig. Hij is betrouwbaar.
Hij straalt kalmte uit, begrenzing, kracht — maar ook zachtheid.
Dit is het deel in jou dat beschermt, dat richting geeft, dat steun biedt zonder oordeel.
Laat deze innerlijke vader dichterbij komen.
Laat hem het kind ontmoeten.
Wat gebeurt er als hij dit kind ziet?
Hoe kijkt hij? Wat zegt hij?
Misschien wil hij het kind in zijn armen nemen. Of naast zich laten zitten.
Misschien zegt hij: “Ik ben hier nu. Jij hoeft het niet meer alleen te doen.”
Voel hoe het is, dat deze vader er nu is. In jou.
Niet als herinnering. Niet als afwezigheid. Maar als nieuwe innerlijke werkelijkheid.
4. Het loslaten van de uiterlijke vader
Misschien zie je nu ook de figuur van je biologische vader.
Misschien staat hij op afstand.
Misschien voelt hij vaag, of juist heel scherp.
Kijk of je hem in stilte kunt aankijken.
En dan, met alle liefde en eerlijkheid die je in je hart kunt vinden, zeg:
“Ik laat jou los. Ik erken wat je gaf. En ik zie wat je niet kon geven.
Je hoeft geen andere vader meer te zijn.
Ik hoef geen andere zoon (of dochter) meer te zijn.
Ik ga verder, in mijn eigen naam.”
Voel wat er gebeurt.
Wat gebeurt er als je deze band niet met wrok, maar met waarheid ontbindt?
5. Integratie – het volwassen zelf
Laat het beeld vervagen.
Voel je lichaam weer.
En stel je nu voor dat het innerlijke kind en de innerlijke vader als delen in jou samensmelten in een groter, steviger, wijzer geheel: jouw volwassen zelf.
De ‘compassionate self’, zoals MBCL het noemt.
De volwassene in jou die met compassie en helderheid het leven tegemoet treedt.
Voel je adem weer.
Je hart.
Je voeten op de grond.
Je bent hier.
Je bent heel.
6. Afronding en woorden voor jezelf
Neem een moment om, vanbinnen, iets tegen jezelf te zeggen.
Misschien:
“Ik mag loslaten. Ik mag ontvangen. Ik mag thuiskomen in mijzelf.”
Of:
“De vader in mij is wakker geworden. En ik ben niet langer alleen.”
Blijf nog even zitten, in stilte. Adem zacht. En als je zover bent, open langzaam je ogen.
Wil je nog verder integreren?
Schrijf in een dagboek:
- Wat heb je gevoeld tijdens deze meditatie?
- Welke beelden kwamen op?
- Wat heeft het innerlijke kind nog meer nodig van jouw innerlijke vader?
- Welke zinnen wil je tegen jezelf blijven herhalen?
📞 Voel jij dat het tijd is om terug te keren naar jezelf?
Bekijk mijn aanbod van coaching en Therapie, IFS- en psychedelische therapie, truffelceremonies of MCBS-trainingen via www.levenskunstenaarschap.nl. Je bent van harte welkom voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek waarin we samen kijken wat er mogelijk is voor jou.